Dag, m’n Rozemarijntje,
dag, m’n Augustijntje,
’t Schijnt dat gij mij gaarne ziet,
Nee, nee, nee dat geloof ik niet!
’t Kan me niets meer schelen,
’t Kan me niets meer schelen,
gij blijft hier en ik ga door!
Bij dit liedje vormen de kinderen twee kringen in elkaar, met in beide kringen evenveel kinderen. Een kind uit de binnenste kring doet het dansje zoals op het filmpje met een kind uit de buitenste kring. Bij de laatste regel schuift de laatste rij een plaats door.
Opgeslagen onder 4-8 jaar, kinderdansjes, kinderliedjes
Dam dam darara dam dam darara dam dam dadadadam dam dam dam
Dam dam darara dam dam darara dam dam dadadadam OEH!
Opgeslagen onder 6-12 jaar, kinderdansjes, kinderliedjes
Midden in de tram daar zat de krokodil.
Iedereen die kwam, die beet hij in zijn bil.
Stoute, stoute krokodil, waarom bijt jij in mijn bil?
Midden in de tram daar zat de krokodil.
Opgeslagen onder 4-8 jaar, kinderdansjes, kinderliedjes
Heb je al gehoord van de zeven, de zeven,
heb je al gehoord van de zevensprong?
Men zegt dat ik niet dansen kan.
Ik dans gelijk een edelman.
En dat is één, en dat is twee, en dat is drie,
en dat is vier, en dat is vijf, en dat is zes, en dat is zeven.
Het liedje wordt zeven keer gezongen: de eerste keer tot en met ‘en dat is één’, de tweede keer tot en met ‘en dat is twee’, enz.
Opgeslagen onder 4-8 jaar, kinderdansjes, kinderliedjes
Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen.
Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen.
Oren, ogen, puntje van je neus.
Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen.
Opgeslagen onder 4-8 jaar, kinderdansjes, kinderliedjes
Epo i tai tai ee, epo i tai tai ee,
epo i tai tai, epo i tuki tuki,
epo i tuki tuki ee.
Opgeslagen onder 4-8 jaar, kinderdansjes, kinderliedjes
Daar zat een klein kaboutertje, huilend op een steen.
Huilend, huilend, heel de dag alleen.
Sta op kaboutertje, droog je traantjes af.
Kies een kindje uit de kring, anders ben je af.
Tralalala lalalalala …
Het dansje gaat als volgt: De kinderen staan in een kring. Eén kind (het kaboutertje) zit in het midden. Op ‘Sta op kaboutertje’ kiest het iemand uit de kring en samen dansen ze op ‘tralala…’. Hetzelfde wordt nu herhaald met twee kaboutertjes, die elk een kindje kiezen, dan met vier enzovoort.
Opgeslagen onder 4-8 jaar, kinderdansjes
Halloa go go go
Halloa go go
Hallo halloa go go
Hallo halloa go
Laat de kinderen bij elke keer dat er ‘go’ word gezegd klappen. Als dit allemaal goed lukt, gaat iedereen per twee staan en in plaats van te klappen met je handen, klap je tegen de handen van je buur. Lukt dit dan kan je er de volgende stap aan toe voegen. Je blijft staan zoals je stond en elke keer en na elke regel van het liedje draai je je 180° graden om zodat je nu tegen iemand anders zijn/haar handen moet klappen. Vervolgens wordt het liedje herhaald, waarbij op de eerste ‘halloa’, iedereen van plaats verwisselt met de persoon waarmee hij het laatste geklapt heeft, waarna hij ook de eerste go’s met deze persoon klapt. Hierdoor krijgt iedereen elke keer een nieuwe buurman of –vrouw om mee te klappen. We beginnen met dit heel traag te doen, en gaan dan sneller en sneller.
Opgeslagen onder 8-12 jaar, kinderdansjes
A ram sam sam a ram sam sam
guli guli guli guli guli ram sam sam
A ram sam sam a ram sam sam
guli guli guli guli guli ram sam sam
Aravi aravi
guli guli guli guli guli ram sam sam
Aravi aravi
guli guli guli guli guli ram sam sam
Opgeslagen onder 6-12 jaar, canons, kinderdansjes
Jajajoepiejoepiejee 